Zienswijze Stadhuisplein

 
 

Geachte leden van de Raad,

Op 16 november 2022 werd in het Muziekgebouw het massa-volume plan voor de nieuwbouw rond het Stadhuisplein gepresenteerd.

De Stichting Bescherming Wederopbouw Erfgoed Eindhoven en de Henri van Abbe Stichting hebben dit plan gezamenlijk schriftelijk becommentarieerd.
Dat commentaar is opgesteld op basis van de volgende criteria:

  • Heeft het voorgestelde plan een goede ensemble-werking;

  • Is het een goed ensemble: qua onderlinge samenhang en qua landing in de bestaande omgeving;

  • Hoe wordt er verbinding gemaakt met de rest van de binnenstad;

  • Is het in overeenstemming of strijdig met het in november 2021 door de gemeenteraad vastgestelde Integraal Gebiedskader Stadhuisplein, hierna IGS.

Het commentaar hebben we als zienswijze per brief van 18 januari 2023 ingediend bij de gemeente Eindhoven, ter attentie van K. van Dommelen, Gebiedsontwikkelaar Centrum/projectcoördinator/-leider Stadhuisplein.

Vervolgens hebben wij op 6 februari jongstleden deelgenomen aan de samenspraakbijeenkomst waarbij aanwezig waren supervisor binnenstad Don Murphy, de ontwikkelaars met hun architecten, diverse belangenorganisaties en gemeentelijke medewerkers.

We werden tijdens de samenspraakbijeenkomst echter zeer onaangenaam verrast, omdat uit niets de intentie bleek dat iets van onze opmerkingen en suggesties zou worden overgenomen. Dat gold ook voor de inbreng van andere organisaties. Nog steeds blijkt dat allerlei kwaliteitsaspecten ondergeschikt zijn aan het doel om zoveel mogelijk woningen te bouwen.  De motie van de gemeenteraad die gekoppeld is aan de vaststelling van het IGS waarin wordt gesteld dat “er een balans moet zijn tussen de beleving van het plein en de aanpak van de woningnood in onze stad” wordt daarmee totaal genegeerd.

Van een ruimtelijke balans is in het voorliggende stedenbouwkundige massa-volume plan totaalgeen sprake.  Vooral de overgang van de nieuwe volumes naar de bestaande directe omgeving is zeer abrupt.  Er wordt niets gedaan om het enorme schaalverschil te overbruggen.  Het voorstel wekt de indruk dat er alleen naar de te bebouwen kavels zelf is gekeken.  Het plan maakt de stellige indruk dat simpelweg elke ontwikkelaar de gelegenheid wordt geboden zijn kavel te bebouwen met zijn gewenste toren er op en klaar is Kees.

Op deze wijze wordt het specifieke karakter van de bestaande aansluitende bebouwing genegeerd. In plaats van het versterken van de bestaande structuur zetten de nieuwe volumes zich er vooral tegen af. Er wordt dus totaal niet voldaan aan het uitgangspunt in het IGS dat stelt: “de hoogbouw moet in maat en schaalzorgvuldig worden afgestemd op de in de context aanwezige bebouwing”.

Zie in dit verband ook het commentaar van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit op de Verdichtingsvisie Binnenstad in de voetnoot onder aan deze brief.

De focus bij dit stedenbouwkundige ontwerp moet vooral liggen op het realiseren van een hoogwaardige stedelijke ruimte met optimale verblijfskwaliteit. Daarnaast moet het stedenbouwkundige ontwerp voor het Stadhuisplein als unieke kans worden aangegrepen om de beleving en het gebruik van de binnenstad als geheel te verruimen en verbeteren.  Het moet een stedelijke ruimte zijn, die intuïtief gevonden, gevoeld en herkend wordt vanuit de andere delen van de binnenstad.  De ervaring van mensen die het plein benaderen, er verblijven en er doorheen bewegen is van groot belang.

Het IGS vraagt om het onderbrengen van 700 à 1500 woningen in het plan. De huidige woning schaarste bepaalt echter in veel te sterke mate de massaliteit van de nieuwe gebouwen in het voorliggende plan. De te bouwen volumes aan het Stadhuisplein dienen niet uitsluitend ontwikkeld te worden vanuit de grote woningbouwopgave waarvoor de stad zich gesteld ziet.  Die opgave mag geen argument zijn om bestaande kwaliteiten van de stad ter plaatse geweld aan te doen, waarbij het Stratumseind het meest kwetsbaar is.

Hoe bepalend/doorslaggevend mag de maximalisering van het aantal woningen zijn, als daardoor de vastgestelde regels/afspraken in het IGS worden genegeerd?  Het gaat hier wel over de kwaliteit van het belangrijkste plein van de stad.

Een van de uitgangspunten van het IGS luidt: ”Een goede studie naar de impact van mogelijke hoge volumes op bestaande historische structuren, zichtlijnen en nabijgelegen historische bebouwing is van belang om tot goede keuzes/afwegingen te komen. Cultuurhistorisch waardevolle patronen, zichtlijnen en bebouwingsbeeld moeten worden gerespecteerd en versterkt”.

Ook vermelden we hier het advies van bureau Van Meijel in zijn Historisch Ruimtelijk Analyse (pagina 39): “Het proces van de gebiedsontwikkeling rond het Stadhuisplein moet zo georganiseerd worden dat er tijd en ruimte is voor compositorische verkenningen en afstemmingen tijdens de verschillende ontwerpfasen.”

Wij zien dat in de huidige tijdsplanning geen ruimte voor dergelijke studies/onderzoeken is opgenomen.

Dit alles in ogenschouw nemend dringen wij er bij U op aan om bij het college van B&W om opheldering te vragen ten aanzien van volgende punten.

  • Het voorgestelde massa-volume plan is strijdig met het IGS, dat aangeeft dat er sprake dient te zijn van een aflopende bouwhoogte van de Wal richting het Stratumseind (zie IGS onder Uitgangspunten, Cultuurhistorie, Historisch stratenpatroon, pagina39).Dit betekent dat de bouwhoogten van de drie torens aan de oostzijde van het plein aanzienlijk lager zullen moeten zijn dan thans is aangeduid. De hoogte van die bebouwing zal grote impact hebben op de beleving van het Stratumseind.  Het massa-volume plan toont geen enkel respect voor de culturele en historische kwaliteit van de directe omgeving aldaar. Bijvoorbeeld de hoogbouw van circa vijftig meter hoogte ter plaatse van de voormalige Nederlandse Bank staat getekend op slechts circa tien meter achter de bebouwing van het Stratumseind, waaronder een rijksmonument. De suggestie om aan de oostwand van het plein drie gebouwen tot een hoogte van resp. 50, 70 en 100 meter te realiseren is dus onbegrijpelijk én volgens de genoemde uitgangspunten niet mogelijk.

  • Het 3D-model van het massa-volume plan laat een plein zien dat omkaderd is door een ongenaakbare wand van torens.  De gebouwengroep opent zich naar de Dommel/Stratum/het zuiden en staat met de achterkant van de “tribune” naar de binnenstad. De 3D visualisatie vanuit het noord-oosten/de Markt toont een hoge wand van gebouwen die het Stadhuisplein visueel afsluit, terwijl er juist vanuit de bestaande binnenstad een uitnodigende werking/verbinding gewenst is. De noordelijkste van de drie oostwand torens verstoort die relatie het meest.

  • Het Begijnenhof dat samen met de Rode Loper de verbinding vormt tussen de binnenstad en het Stadhuisplein is van cruciaal belang. De huidige breedte van 22 respectievelijk 30 meter wordt volgens het voorliggende plan versmald tot een straatje van circa 16 meter breed, dat aan weerszijden begeleid wordt door torens van 50 meter hoog. Gevreesd moet worden voor het micro-klimaat ter plaatse zoals windhinder en vrijwel nooit zon.

Daarnaast wijst het IGS op het grote belang van een optimale en blijvende zichtbaarheid van de Sint Catharinakerk vanaf het Stadhuisplein. Door de positie van de twee torenstegen het Begijnenhof, die op slechts 60 meter van de kerk gedacht zijn, zal er van die zichtbaarheid vrijwel niets over blijven. Zie onderstaande zwart-wit maquette-foto.

  • Wellicht het eerste dat de raad aan B&W zou moeten vragen is: of en in hoeverre de woningbouwopgave ten koste mag gaan van allerlei kwalitatieve uitgangspunten en doelstellingen zoals die in de Verdichtingsvisie Binnenstad en in het IGS zijn geformuleerd.

Ter verduidelijking van de omkadering van het Stadhuisplein door een ongenaakbare wand van torens, zijn onderstaand enkele (3D) afbeeldingen van het massa-volume planweergegeven.


Namens

Stichting Wederopbouwerfgoed Eindhoven Henri Van Abbestichting,

ir. H. van Helmond, voorzitter drs. W.S. Seuren, voorzitter

Voetnoot.

Zienswijze Commissie Ruimtelijke Kwaliteit:

Onder meer is er enige zorg bij de commissie over het behoud van het karakter van de binnenstad. Ook heeft zij twijfel bij een voldoende borging van de cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en dan met name in die gevallen waarbij een ophoging mogelijk zal zijn op een naastgelegen gebouw. En er lijkt sprake van een doelbewuste zoektocht naar contrast zonder dat de torens iets zeggen over de plek waar zij staan. Daardoor dreigt een gebrek aan samenhang. De bestaande stad zou het ijkpunt moeten zijn”.

Vorige
Vorige

Zienswijze Stadhuisplein